Een van de meest gemaakte fouten bij het vastzetten van ladingen is dat de belangrijkste kenmerken van de spanuitrusting, of het nu gaat om riemen, kettingen of touwen, niet effectief worden toegepast.
Deze belangrijke kenmerken zijn te vinden op het riemlabel of het ketting-/koordlabel.
Het is uiterst belangrijk om te weten welke gegevens je kunt verwachten bij welke back-upmethode. De voorspankracht (STF) is belangrijk voor alle krachtsluitende borgmethoden. De lashing capaciteit (LC) is doorslaggevend voor alle bekistingsbevestigingsmethoden.
Wrijving speelt natuurlijk ook een grote rol in elke beveiligingsmethode. Dit is vooral belangrijk voor krachtsluitende methoden zoals het vastsjorren. De methode die het vaakst wordt gezien, is waar de grootste fouten worden gemaakt.
Praktische voorbeelden
Deze foto illustreert het hele probleem met vastsjorren. Er zijn verschillende wrijvingscoëfficiënten tussen alle lagen en de sjorhoek verandert in elke laag.
Dit betekent dat de vereiste borgkracht, die voortvloeit uit het gewicht van de lading, bij lange na niet wordt gehaald.
Bovendien hebben de spanbanden alleen korte drukratels.
Sommige lopen over de dropside en zijn bevestigd aan het frame.
Deze trilplaat is ook niet goed vastgezet. De riem wordt over de valzijde geleid, waardoor de sjorhoek α veel vlakker wordt en het verticale deel van de spankracht aanzienlijk wordt verminderd.
De riemen lopen waarschijnlijk over de dropside omdat het voertuig gebouwd is voor het vervoer van bulkgoederen en geen bevestigingspunten heeft. Het voertuig zou daarom niet geschikt zijn voor dergelijk vervoer.
Transport van grote apparaten
Zonder een gedetailleerde berekening uit te voeren, kan worden aangenomen dat de daaropvolgende belasting zeer waarschijnlijk onvoldoende beveiligd is.
Het gebruik van de LC of securing devices is vaak handig bij het vervoeren van grote apparatuur, omdat grote massa’s met relatief weinig inspanning kunnen worden vastgezet.
Graafmachinetransport en bouwplaatsmachines zijn hier typische voorbeelden van. Maar ook hier worden fouten gemaakt.
Een van de meest voorkomende fouten is dat de riem of ketting door het sleepoog wordt gelust.
In dit geval werkt de ketting alleen in de rijrichting, maar niet opzij.
Dit heeft als negatief effect dat de machine zijdelings kan wegglijden bij een slingerende beweging, waardoor het totale zwaartepunt van de combinatie verschuift. Een omverwerping zou het gevolg zijn.
Deze machine heeft drie bevestigingspunten (gele cirkels) en toch zijn ze niet optimaal benut.
De sjorhoek α (rood) is ongunstig omdat hij te groot is, de sjorhoek β (blauw) is OK. De vastzetkrachten in de rijrichting zijn aanzienlijk groter dan die aan de zijkanten.
Diagonaal sjorren zou de betere oplossing zijn geweest zonder extra inspanning, omdat beide sjorhoeken de krachten optimaal overbrengen in de lengte en in de breedte.
Het zou ook mogelijk zijn geweest om beide kettingen in het sjoroog te bevestigen.
Hoogachtend, Sigurd Ehringer
<< Naar het vorige bericht
Aflevering 27: Hoe zit het met de sjorhoeken?
Naar de volgende post >>
Aflevering 29: Rijpheid van spanbanden weggooien – De criteria
Tobias Kreft